Holmenkollen Skifestival 2017

‘Wat?’ vragen veel wat minder grote sportfans als je vertelt dat je een weekend naar biatlon gaat kijken in Oslo. De sport is in Nederland helaas nog niet zo bekend, terwijl het olympisch is en wel regelmatig te zien is op Eurosport. Biatlon is een aantrekkelijke kijksport op televisie omdat er in korte tijd veel gebeurt en er veel te zien is.

Continue reading

Slopestyle is hét spectaculaire nieuwe onderdeel op de Olympische Spelen van Sochi. Zowel bij het snowboarden als het freestyleskiën is het doel een parcours met verschillende schansen en obstakels af te leggen met zo hoog mogelijke en adembenemende sprongen. Het is zeker niet de eerste aantrekkelijke kijksport op de Winterspelen, ook in het verleden kwamen (en gingen) nieuwe onderdelen op het wedstrijdprogramma. Soms eenmalig of als demonstratiesport, maar velen werden vaste prik op de Olympische Spelen. Altijd onder het motto Citius, Altius, Fortius.

De eerste Winterspelen werden pas in 1924 gehouden, 28 jaar na de invoering van de moderne Olympische Spelen. Wel werd er tijdens de Spelen van Londen in 1948 gekunstschaatst en in 1920 in Antwerpen ook ijshockey gespeeld. In Chamonix kregen de wintersporten hun eerste eigen toernooi (eerst nog wintersportweek genoemd) en stonden er zestien onderdelen op het programma, in de sporten bobsleeën, curling, militaire patrouille, schaatsen, skiën (langlaufen en skispringen) en ijshockey. Sindsdien wisselt het wedstrijdprogramma regelmatig van samenstelling.

Skeleton
Vier jaar later introduceerden de Zwitsers skeleton op de Spelen van Sankt Moritz. Deze sleesport is in die plaats ontstaan en wordt daar beoefend op de beroemde Cresta Run. De sport lijkt op rodelen, alleen ligt de atleet plat op de buik op de slee en gaat head first naar beneden, met hoge snelheid. In 1948 toen de Winterspelen opnieuw in Sankt Moritz werden gehouden, keerde ook skeleton weer voor een keer terug.

Sinds de Spelen van Salt Lake City in 2002 is skeleton een vast onderdeel. Jim Shea die het goud won in 2002 was de eerste derde generatie Olympiër: ook zijn opa (tweevoudig schaatskampioen in 1932) en vader (noordse combinatie in 1964) waren actief op de Winterspelen.

In dit filmpje ervaart Ed Lee (een sportjournalist van de BBC) de kick van skeleton:
Alpine skiën

Christl Cranz

Christl Cranz

Hoewel velen wintersport meteen met skiën zullen associëren, is alpine skiën pas sinds 1936 een olympische sport. In Garmisch-Partenkirchen werden in eerste instantie alleen medailles uitgereikt voor een combinatieklassement (afdaling en slalom), onder barre omstandigheden. De Canadese Diana Gordon-Lennox baarde opzien door met een gebroken arm in het gips en één stok in de andere hand naar de 29e plaats te skiën.

Het goud ging naar de Duitsers Christl Cranz en Franz Pfnür. Punt van discussie was de uitsluiting van deelname van ski-instructeurs die als professionals werden gezien. Dit leidde tot een boycot van Zwitserse en Oostenrijkse skiërs. Deze eeuwige olympische discussie zou nog regelmatig terugkeren, zoals bij de diskwalificatie van Karl Schranz in 1972. De grote Oostenrijkse skikampioen had geld verdiend met het maken van reclame.

Biatlon

Biatleet Klas Lestander

Biatleet Klas Lestander

Een sport met minder snelheid maar juist een spannende combinatie van beheersing (schieten) en zware lichamelijke inspanning (langlaufen) deed zijn intrede definitief in Squaw Valley. Eerder werd wel onder vergelijkbare omstandigheden gestreden op het onderdeel militaire patrouille, maar pas sinds 1960 is biatlon een vast onderdeel van de Winterspelen. De Zweed Klas Lestander werd de eerste kampioen, hij was geen briljant langlaufer maar met een maximale score van twintig rake schoten toch ongenaakbaar voor zijn concurrenten.

Rodelen
Rodelen is waarschijnlijk bekender dan skeleton, maar de sleevariant waarbij op de rug wordt afgedaald is pas sinds de Spelen van 1964 in Innsbruck olympisch. Dat de sport niet zonder gevaren is, blijkt uit de dood van de Brit Kazimierz Kay-Skrzypeski. De in Polen geboren piloot van de Royal Airforce verongelukte tijdens een trainingsrun in Innsbruck. Hetzelfde noodlot zou 46 jaar later de Georgiër Nodar Kumaritashvili treffen. Een dag voor de Spelen in Vancouver klapte hij tijdens een training tegen een paal en overleed aan zijn verwondingen. Mede door dit ongeluk ontstonden vraagtekens rond de veiligheid van de baan in Whistler. De Nederlander Edwin van Calker besloot uiteindelijk niet af te dalen in de viermansbob.

Gelukkig kent het rodelen ook genoeg succesverhalen, zoals dat van Georg Hackl. De Duitser won tussen 1992 en 2002 op vijf achtereenvolgende Olympische Spelen een medaille op dit onderdeel, waarvan de eerste drie keer een gouden.

Klik hier voor de eerste gouden medaille van Georg Hackl, ondanks zijn zilveren pak (het IOC houdt niet van insluiten, sorry!)

Shorttrack
Nadat shortrack in 1988 op de Spelen van Calgary een demonstratiesport was, maakte het in 1992 zijn definitieve olympische debuut. De schaatssport waarbij de rijders in tegenstelling tot bij het langebaanschaatsen tegelijk starten is spannend om te zien, omdat er op hoge snelheid wordt gestreden en de rijders vaak spectaculaire inhaalmanoeuvres uithalen die ook nogal eens tot valpartijen leiden. De baan is relatief klein en overzichtelijk waardoor de sport ook op televisie goed te volgen is.

Naast de individuele nummers wordt ook de aflossing verreden (met Nederlandse medaillekansen!), waarbij de teamgenoten elkaar een extra zetje geven. Dat alles mogelijk is bij shorttrack, bewijst de gouden medaille van Steven Bradbury op de Spelen van Salt Lake City in 2002. De Australiër is flink op achterstand gereden en lijkt voor het begin van de laatste ronde kansloos, tot alle concurrenten onderuit gaan en hij ook tot zijn eigen verbazing als winnaar over de streep komt.

Speedskiën
Op de Spelen van Albertville werd eenmalig geëxperimenteerd met het onderdeel speedskiën. Bij deze sport is het doel een zo hoog mogelijke snelheid te behalen, door de piste recht naar beneden af te dalen. Hierbij worden snelheden bereikt van ruim boven de 200 kilometer per uur. Speedskiën is al jaren door internationale skibond FIS erkend en er worden wereldkampioenschappen in gehouden, maar werd nooit echt olympisch.

Het zou goed kunnen dat de dood van Nicholas Bochatay hier iets mee te maken heeft. De Zwitser raakte tijdens een training van de Spelen van Albertville buiten de baan en kwam om het leven.

Curling

De Noorse curlers

De Noorse curlers

Curling wordt door velen gezien als het lachertje van de Olympische Winterspelen en is in die zin een vreemde eend in dit rijtje. Toch is curling een olympische wintersport van het eerste uur, want het stond op het programma van Chamonix in 1924 en keerde in 1932 kortstondig terug als demonstratiesport.

Voor wie de regels kent is de sport wel degelijk een spannend kijkspel, maar meer een schaakspel op ijs dan dat het spectaculair en snel is. De van oorsprong Schotse sport kent een enorme populariteit in met name Scandinavië en Canada en is sinds Nagano in 1998 terug op de olympische kalender, nadat de Alpenvariant ijsstokschieten in 1936 en 1964 twee keer een demonstratiesport was.

Freestyleskiën
Sinds de jaren ’90 kent het olympische winterprogramma een enorme uitbreiding door de opkomst van freestyle skiën en snowboarden. Albertville had in 1992 de primeur met het mogulskiën, waarbij een buckelpiste wordt afgedaald en onderweg twee spongen moeten worden gemaakt. Twee jaar later in Lillehammer werd het freestyleprogramma uitgebreid met aerials: spongen vanaf een schans waarbij elementen als salto’s en schroeven worden uitgevoerd in de lucht. In de volgende twee video’s is het verschil tussen deze disciplines duidelijk te zien.

Mogulskiër Alexandre Bilodeau, eerste Canadese olympisch kampioen in eigen land.

Aerials: de finale van 2010 op Cypress Mountain in Vancouver.

Snowboarden
Op de Spelen van Nagano in 1998 deed het snowboarden zijn intrede met twee onderdelen: halfpipe en reuzenslalom. Vier jaar later werd de reuzenslalom veranderd in de parallel reuzenslalom, waarbij twee boarders tegelijk starten op twee naast elkaar gelegen slaloms om het spannender te maken. In 2010 werd onze eigen Nicolien Sauerbreij olympisch kampioen op dit onderdeel.

Cross
De crossers strijden niet zoals bij de alpineskinummers tegen de klok, maar tegen elkaar, simpel gezegd: wie het eerste beneden is, wint. Onderweg moet ook nog even worden afgerekend met een lastig parcours vol hoogteverschillen en sprongen. Tijdens de Spelen van Turijn in 2006 werd dit onderdeel dat al veel succes had op de X-Games (een evenement voor extreme sporten) voor het eerst ook op olympisch niveau afgewerkt door de snowboarders en dit zorgde gelijk voor het gehoopte spektakel.

Vooral de finale bij de vrouwen kende een sensationeel verloop. De Amerikaanse Lindsay Jacobellis leek na een reeks valpartijen bij de concurrentie makkelijk op de overwinning af te koersen maar wilde nog één sprong maken, waarbij ze ten val kwam en werd ingehaald. Komt hoogmoed voor de val of zegt het iets over de sport waarin spektakel voorop staat?

Sinds 2010 is naast snowboardcross ook skicross een zo mogelijk nog bloedstollender olympisch onderdeel:

Slopestyle
Maar het kan nog extremer, moeten ze bij het IOC gedacht hebben! In Sochi wordt het freestylepakket nog verder uitgebreid met het misschien nog wel spectaculairdere slopestyle voor zowel snowboarden als freestyle skiën. De boarder of skiër daalt een parcours af met schansen en obstakels, waarbij zo hoog en moeilijk mogelijke sprongen en trucs worden uitgevoerd. Spektakel verzekerd dus. Voor Nederland verschijnt Cheryl Maas aan de start, in 2006 deed ze al eens mee aan het onderdeel halfpipe. Gaat het zien!

Slopestyle op de X-Games:

De Olympische Spelen van Vancouver zijn alweer even achter de rug en de slaapachterstand van het nachtelijke sport kijken is weggewerkt. Hoog tijd om de draad weer op te pakken!

Sporters worden vaak zo goed mogelijk afgeschermd voor invloeden van buitenaf. Toch komt het regelmatig voor dat een wedstrijd bewust of onbewust wordt verstoord. De ene keer grappig, soms bedreigend of zelfs beschadigend.

Broodmes

Op mijn zesde ging ik op tennis en mijn favoriete speelster was Monica Seles. Ik was net zoals de rest van de wereld in shock toen ze in 1993 werd neergestoken tijdens een toernooi in Hamburg. Een doorgedraaide fan van Steffi Graf stak Seles, op dat moment nummer 1 van de wereld, tijdens een pauze in haar rug met een soort broodmes. Wonder boven wonder komt Seles er redelijk goed vanaf, hoewel het een tijd duurt voordat ze haar rentree maakt.





Ook Roger Federer wordt belaagd door een fan van zijn concurrent. Gelukkig raakt de Zwitser niet gewond als hij wordt geïntimideerd door een Spanjaard die de baan op rent tijdens de finale op Roland Garros in 2009. Federer blijft ongedeerd en kan zich zodanig herpakken dat hij de finale wint van Robin Söderling. Het blijft wel verbijsterend hoe dichtbij de belager kan komen. Verschillende streakers hebben dat al bewezen, maar die zijn toch meestal een stuk minder bedreigend.





Dronken Ier

Alles lijkt perfect voor elkaar bij de start van de marathon van de Olympische Spelen van Athene in 2004. De klassieke route van Marathon naar Athene over iets meer dan 42 kilometer wordt afgelegd over een vernieuwd wegdek. Na ongeveer 35 kilometer loopt de Braziliaan Vanderlei de Lima alleen op kop als er vanuit het publiek een verklede man de weg opkomt en hem het publiek intrekt. Het is Neil Horan, een Ierse priester die uit zijn ambt is gezet en ook de Grand Prix van Silverstone al eens verstoorde.


Vanderlei de Lima


Omstanders bevrijden De Lima en hij kan zijn weg vervolgen, maar wordt later toch ingehaald door Meb Keflezighi en Stefano Baldini. De laatste komt uiteindelijk als eerste over de finish in het oude olympisch stadion van Athene. Onder luid gejuich krijgt De Lima tijdens de sluitingsceremonie als troostprijs de bronzen medaille omgehangen. We zullen nooit weten waar hij was geëindigd als de dronken Ier niet op zijn pad was gekomen.

Geboeid

De toch al zwaar beladen wedstrijd tussen FC Barcelona en Real Madrid ligt in 2002 een tijd stil. Een actievoerder ketent zichzelf met handboeien vast aan een van de doelpalen in Nou Camp. De ketenen worden verbroken door beveiligers en de wedstrijd kan worden vervolgd.



Actievoerder

Soap

Het gebeurt niet voor het oog van de camera, maar dat maakt het voorval niet minder verbijsterend. De Amerikaanse kunstrijdsters Nancy Kerrigan en Tonya Harding strijden samen om kwalificatie voor de Olympische Winterspelen van Lillehammer in 1994. De tweestrijd ontwikkelt zich tot een ware soap als Kerrigan een paar maanden voor de Spelen na een training wordt opgewacht door een man die is ingehuurd door de ex-man van Harding. Hij slaat haar met een metalen pijp op haar knie.





Kerrigan herstelt wonderbaarlijk snel en kan toch afreizen naar Lillehammer. Ze wint uiteindelijk zilver achter Oksana Bajoel. Ook Tonya Harding mag meedoen, nadat ze heeft gedreigd met juridische stappen. Haar kür eindigt in mineur, mede door een gebroken veter.

Close-up

Giuseppe Guerini lijkt in 1999 tijdens de touretappe naar Alpe d’Huez op weg naar de grootste zege in zijn carrière. Tot een supporter met een fototoestel te laat aan de kant gaat. De Italiaan komt ten val, maar kan zijn weg gelukkig snel vervolgen en komt toch als eerste aan.





Strandbal

Om toch ook nog een beetje vrolijk af te sluiten tot slot het doelpunt dat Darren Bent dit seizoen scoorde voor Sunderland tegen Liverpool. De supporters van The Reds zullen er minder positief aan terugdenken. Een strandbal komt in het strafschopgebied van Liverpool terecht. Het stuk speelgoed verandert het schot van Bent zodanig van richting dat doelman Reina de bal niet meer kan keren. Het betekent duur puntverlies voor Liverpool door een goedkoop stuk speelgoed.


Dutch Diva’s: ijskoninginnen

Yvonne van Gennip is mijn allereerste sportheldin. Aan haar gouden successen in Calgary heb ik helaas weinig herinneringen meer, want ik was nog klein. De goldrush van Marianne Timmer herinner ik mij echter nog als de dag van gisteren. Van Gennip en Timmer wonnen allebei drie gouden medailles en zijn daarmee de succesvolste Nederlandse vrouwen op de Winterspelen. Ze kenden beiden ook tegenslag in hun carrières.

Kom op Yvon, rijden!

Weinig mensen zullen destijds het succes van Yvonne van Gennip hebben zien aankomen. Zeker haar Oost-Duitse concurrenten niet. Als de twee favorieten Karin Kania en Andrea Ehrich elkaar op de 3000 meter letterlijk kapot rijden, ruikt de Haarlemse haar kans. Ze is sneller dan de Oost-Duitsers èn het wereldrecord, het ijs is gebroken. In de dagen daarna schrijft ze ook de 1500 meter op haar naam. Op de 5000 meter is ze sneller dan geen enkele vrouw voor haar is geweest op deze afstand.





Timmertje, Timmertje, wat ga je doen?

Tien jaar na de successen van Yvonne van Gennip staat er een nieuwe Nederlandse schaatskoningin op. Marianne Timmer is de grote revelatie van de Olympische Winterspelen van Nagano in 1998. Op 1500 meter verrast de nuchtere Groningse met een wereldrecord vriend en vijand en wint haar eerste gouden medaille.





Een gouden medaille en een bijnaam rijker verschijnt Timmertje enkele dagen in de M-wave aan de start van de 1000 meter, ditmaal wel als de grote favoriet. Ze maakt die rol meer dan waar, in een nieuw olympisch record is ze opnieuw de snelste. Terug in Nederland krijgt Marianne Timmer een schaap cadeau, van de gemeente waar ze woont: Hoogezand-Sappemeer.





Gevallen kampioenen

Vier jaar na de successen van Calgary reist Yvonne van Gennip af naar Albertville om haar drie olympische titels te verdedigen. Vooraf is ze in interviews al terughoudend over de kans op nieuw succes. En ze krijgt gelijk. Ik weet nog goed hoe ik toen voor de televisie zat. Yvonne is niet meer de kampioene van vier jaar eerder en komt zelfs ten val. Ik was ontroostbaar. Toch zijn haar prestaties uit 1988 uniek. Met drie gouden medailles blijft ze een heldin.

Ook Marianne Timmer slaagt er in eerste instantie niet in opnieuw olympisch kampioen te worden. Op de Spelen van Salt Lake City in 2002 gaat ze niet letterlijk onderuit zoals Van Gennip, maar valt ze wel van haar voetstuk. De tweevoudig olympisch kampioene van vier jaar eerder is niet in vorm en wint geen medailles. De beste prestatie zet Timmer neer op haar favoriete afstand, de 1000 meter: ze eindigt als vierde.

Acht jaar later weer

De liefde tussen Marianne Timmer en de Olympische Spelen lijkt definitief over in 2006. Op de Spelen van Turijn wordt ze eruit geschoten op de 500 meter na twee valse starts, waarvan een discutabele. Ze weet haar woede om te zetten in prestaties. Enkele dagen later op de 1000 meter slaat ze terug. Timmer zet een scherpe tijd neer en moet lang wachten. Één voor één bijten de concurrenten zich stuk op haar tijd en acht jaar na Nagano is ze opnieuw kampioen. De Groningse wint haar olympische titel terug die ze vier jaar eerder kwijt raakte.





Vancouver

In het begin van dit schaatsseizoen lijkt Marianne Timmer sterker dan ooit. Nog één keer wil ze naar de Olympische Spelen en ze is in vorm. Daar komt op slag een einde aan als Timmer bij Wereldbekerwedstrijden in Heerenveen onderuit wordt gereden door haar Chinese tegenstandster. In eerste instantie valt de schade mee, maar ze blijkt haar hielbeen op meerdere plaatsen gebroken te hebben. Weg olympische droom zou je zeggen, maar Timmer herstelt wonderbaarlijk snel. Binnen zes weken maakt ze alweer haar eerste voorzichtige slagen op het ijs.

Ook Yvonne van Gennip kent tegenslag, in de aanloop naar Calgary wordt ze geopereerd aan haar voet. Eenmaal op de Spelen is alle ellende vergeten en wordt ze de grote kampioene. Ook Marianne Timmer heeft al eerder met tegenslag te maken gehad. Een vormcrisis of diskwalificatie, ze kwam altijd sterker terug. Het tweede olympisch kwalificatietoernooi komt echter net iets te vroeg en Timmer kwalificeert zich niet voor haar vierde Olympische Spelen. Vancouver blijkt een brug te ver.

De Nederlandse hoop is vanavond bij de 1500 meter voor vrouwen gevestigd op Annette Gerritsen, Laurine van Riessen, Ireen Wüst en Margot Boer. Hopelijk kunnen ze voor een verrassing zorgen, net zoals Yvonne van Gennip en Marianne Timmer in hun beste dagen.


Nederlandse olympisch schaatskampioenen bij de dames

Een select gezelschap van zeven dames, dat zijn de Nederlandse olympische schaatskampioenen. Ook op de schaats maar dan bij het kunstrijden is er ook nog de unieke gouden medaille van Sjoukje Dijkstra uit 1964.

1968 Grenoble Carry Geijssen 1000 meter
1968 Grenoble Ans Schut 3000 meter
1972 Sapporo Stien Kaiser 3000 meter
1980 Lake Placid Annie Borckink 1500 meter
1988 Calgary Yvonne van Gennip 1500 meter, 3000 meter, 5000 meter
1998 Nagano Marianne Timmer 1000 meter, 1500 meter
2006 Turijn Marianne Timmer 1000 meter
2006 Turijn Ireen Wüst 3000 meter
2010 Vancouver Ireen Wüst 1500 meter

Sporters in clownspak

Het Noorse curlingteam baart deze Olympische Spelen opzien met hun Bassie en Adriaanbroeken. En ze zijn niet alleen. Een overzicht van sporters in gekke of op zijn minst opvallende kleding. Suggesties? Stuur ze in!


Curlingteam Noorwegen

De Noren vallen op in hun geruite broeken bij het onderdeel curling in Vancouver. Het Mickey Mouse-imago van de sport, toch al jaren vast onderdeel van de Olympische Winterspelen, wordt maar weer eens versterkt.


Jorge Campos

Jorge Campos is een opvallende verschijning op het voetbalveld, en niet alleen omdat hij als keeper regelmatig mee naar voren gaat om een doelpunt te maken. De Mexicaan draagt tijdens zijn loopbaan vaak zelf ontworpen kleurige outfits.


Andre Agassi

André Agassi staat vooral in de beginperiode van zijn tenniscarrière in bonte combinaties op de baan. Zo introduceert hij de legging onder de tennisbroek. Op Wimbledon houdt tennisser uit Las Vegas zich wel altijd netjes aan de kledingcode en verschijnt hij in het hagelwit.


EK 88

Het bakstenenshirt is een van de lelijkste tenues uit de geschiedenis van het Nederlands Elftal, maar wel het meest succesvolle. Nederland won hierin de tot nu toe enige prijs: het EK in 1988, daardoor is het shirt toch een collectors item geworden.


Gaza

Mooi grijs is niet lelijk, dachten ze bij Umbro toen ze in 1996 dit uittenue ontwierpen voor het Engelse elftal.


FC Barcelona Klaar-overs

Samuel Eto’o kan altijd nog bijklussen als klaar-over in dit shirt van FC Barcelona.


Ellen van Langen

Begin jaren ’90 zijn badpakken enorm in de mode bij atletiek, dus draagt ook Ellen van Langen een exemplaar tijdens haar gouden race in Barcelona. En in het oranje valt het allemaal net iets meer op.


Lee Dixon

Arsenal heeft meerdere keren een geel uitshirt gehad, maar deze (gedragen door Lee Dixon) spant de kroon. The Gunners worden er in 1991 wel landskampioen in.



Bonnie

Schaatspakken doen het altijd goed in dit soort lijstjes. Het enige positieve aan dit gruwelijke pak van sprintdiva Bonnie Blair is dat ze er olympisch goud in wint in 1988.


Ajax ABN Amro

Je kunt shirtsponsoring ook te letterlijk nemen. De huisstijl van ABN AMRO wordt begin jaren ’90 gewoon helemaal overgenomen in dit uitshirt van Ajax. Het weerhoudt Dennis Bergkamp er niet van zijn eigen spel te spelen en zo een transfer naar Inter te verdienen.


Panye Stewart
De knickerbockerachtige broek en platte pet waren het handelsmerk van golfer Payne Stewart. Er komt een abrupt einde aan de carrière van de Amerikaan als hij in 1998 omkomt bij een vliegtuigongeluk.


Spruitjespak
Het spruitjespak is de gele trui van het schaatsen. De klassementsleider van de Greenery Six mag tijdens deze zesdaagse voor marathonschaatsers rondrijden in deze opvallende outfit. Henk Angenent is als de bekendste spruitjeskweker van Nederland één van de initiatiefnemers van de invoering van het tenue. Ik ben benieuwd hoe Cédric Michaud (foto) dit thuis in Frankrijk uitlegt. Bedankt voor de tip Hester, dit pak hoort zeker in dit rijtje thuis!