The Baltimore Bullet en andere olympische geuzennamen

Michael Phelps is ook maar een mens. Toch werd The Baltimore Bullet gisteren in Londen na twee nederlagen de beste olympiër aller tijden. Wil je als een beetje succesvolle sporter echt meetellen, dan moet je op zijn minst een goede bijnaam hebben. Bijnamen worden vaak bedacht door fans of journalisten en de ene is origineler dan de andere. Vaak wordt de bijnaam afgeleid van de naam van de sporter, van uiterlijke kenmerken of heeft het iets met de cultuur van het land van herkomst te maken. Superlatieven schieten daarbij zelden te kort.


De Zwarte Gazelle

Wilma Rudolph

Wilma Rudolph won in Rome drie keer goud: op de 100 meter, 200 meter en 4x 100 meter. Vanwege haar snelheid en haar lange benen werd ze De Zwarte Gazelle genoemd. Nu klinkt dat enigszins racistisch, maar daar deden ze in 1960 nog niet moeilijk over. Verder is opmerkelijk aan haar dat ze als kind aan polio leed.

Spartacus

Spartacus

Waar de bijnaam van Fabian Cancellara op slaat, behoeft weinig uitleg. De geblokte Zwitser werd in 2008 olympisch kampioen tijdrijden in Beijing.

The Flying Finn

Flying Finns

Net als meerdere Vliegende Hollanders heb je ook meerdere Flying Finns. Deze bijnaam staat synoniem voor de Finse hardlooptraditie die met name in de jaren ’10, ’20 en ’30 van de vorige eeuw furore maakte. De eerste vliegende Fin was Hannes Kolehmainen (4x goud in 1912 en 1920), gevolgd door Paavo Nurmi (9x goud in 1920, 1924 en 1928), Ville Ritola (5x goud in 1924 en 1928), Volmari Iso-Hollo (2x goud in 1932 en 1936) en tot slot Lasse Virén (4x goud in 1972 en 1976). Het is dus al een tijd stil rond de Finnen op atletiekgebied, maar ook in andere sporten wordt de bijnaam gebruikt. Zoals voor de skispringers Matti Nykänen en Janne Ahonen en coureurs Mika Häkkinen en Kimi Räikkönen.



De Vliegende Huisvrouw

FBK

In variatie op De Vliegende Hollander hebben “we” natuurlijk De Vliegende Huisvrouw: Fanny Blankers-Koen. Ze was al moeder van twee kinderen toen ze haar vier gouden medailles won. Ook werd ze The Flying Dutchmam genoemd.

Jesse

Jesse Owens
Nog zo’n gigant uit de atletiek. Niet iedereen zal weten dat Jesse eigenlijk ook een bijnaam is. De winnaar van drie gouden medailles in 1936 heet namelijk officieel James Cleveland Owens.


Bami

Naomi van As

Soms ontstaan bijnamen binnen een ploeg waardoor ze voor buitenstaanders onbegrijpelijk zijn. Zo wordt hockeyster Naomi van As Bami genoemd door haar teamgenoten, naar eigen zeggen deels vanwege haar licht Aziatische uiterlijk. Ze vertelt erover in de documentaire Van begin tot goud:


Tarzan

Tarzan
Johnny Weissmüller kreeg zijn bijnaam pas na zijn zwemcarrière. De vijfvoudig olympisch kampioen verruilde zijn zwembroek voor een lendendoekje en schitterde als filmheld Tarzan.

The Baltimore Bullet

Michael Phelps
Alliteraties doen het altijd goed, zo ook bij de beste olympiër aller tijden. Michael Phelps won al 19 olympische medailles (bijgewerkt tot 1 augustus 2012) en overtroefde daarmee Sovjet-turnster Larissa Latynina. Hij komt uit Baltimore, dus is de combinatie snel gemaakt.


The Dutch Dolphin

VDH

Naar onze eigen grootste zwemmer ooit is bij leven al een stadion vernoemd. Pieter van den Hoogenband won drie keer goud en werd naast The Dutch Dolphin ook wel Hoogie genoemd. Blijkbaar is Van den Hoogenband wel tevreden met zijn bijnaam want hij gebruikt @TheDutchDolphin op Twitter.

Flo-Jo

Flo-Jo
Florence Griffith-Joyner was een stijlicoon en haar tijd ver vooruit. Zo liep ze met een capuchon, net als Cathy Freeman twaalf jaar later in Sydney, en droeg ze een trendy riempje tijdens haar gouden race in Seoul. De atletiekbaan was de catwalk van de veel te jong overleden Flo-Jo.

Lightning Bolt/ Thunderbolt

Usain Bolt

Grote kampioenen hebben soms meerdere bijnamen. Op de snelheid van Usain Bolt staat vooralsnog geen maat. De Jamaicaan is houder van het wereldrecord op de 100 en 200 meter en regerend olympisch kampioen op beide afstanden. Vandaar de bijnamen Lighting Bolt en Thunderbolt. Cool Runnings had ook gekund, naar de film over het Jamaicaanse bobsleeteam. Dat doet teveel af aan de prestaties van Bolt, bij wie winnen toch echt belangrijker is dan meedoen.

Wo-Tho-Huck

Jim Thorpe

Eigenlijk is dit geen bijnaam, maar de indianennaam van Jim Thorpe die Lichtend pad betekent. De atleet kreeg in Amerika als kind regelmatig te maken met racisme vanwege zijn Indiaanse afkomst. In 1912 won Thorpe goud op de vijfkamp en de tienkamp in Stockholm maar moest deze medailles later inleveren. Hij zou geen amateur zijn geweest omdat hij wat geld had verdiend met het spelen van honkbal. Thorpe werd pas na zijn dood gerehabiliteerd door het IOC, na het aftreden van voorzitter Avery Brundage. Was het rancune van Brundage, die zelf deelnemer was aan de tienkamp in 1912? We zullen het nooit zeker weten. Een treurig verhaal is het wel.


Elisa Casanova

Elisa Casanova

We sluiten af met Elisa Casanova, die er eigenlijk ook niet bijhoort omdat ze echt zo heet. De uitstraling van de Italiaanse waterpoloster is zeker in actie alles behalve charmant te noemen. Mede daardoor is haar achternaam toch een soort geuzennaam. En dan speelde de kolossale aanvalster tijdens de Olympische Spelen van 2008 ook nog eens met een gezichtsmasker vanwege een gebroken neus, wat haar Hannibal Lecter-look extra verstekte.

Posters Londen

Londen is de eerste en voorlopig enige stad die voor de derde keer de Olympische Spelen mag organiseren. Een unicum dus voor deze sportstad bij uitstek. Bakermat Athene, Parijs en Los Angeles staan dus voorlopig met 3-2 achter. Over de vorige twee edities in de Britse hoofdstad zijn een aantal bijzondere anekdotes te vertellen. Een kleine geschiedenisles..

Opmerkelijk is dat het bij de twee voorgaande keren aanvankelijk niet de bedoeling was dat de Spelen in Londen zouden worden gehouden. In 1908 is Rome aan de beurt, maar de Italiaanse overheid ziet ervan af omdat een uitbarsting van de Vesuvius letterlijk roet in het eten gooit. Ze kunnen het geld wel beter gebruiken. De Britten zijn relatief snel in staat om voor voldoende accommodaties te zorgen en stampen in razend tempo het White City Stadium uit de grond. Voor die tijd een revolutionair stadion waar de belangrijkste atletiekwedstrijden worden gehouden, en ook het zwemmen en baanwielrennen plaatsvindt.



Dorando Pietrie

De olympische marathon is op een bijzondere manier verbonden aan Londen. In 1908 wordt het parcours van het langste loopnummer namelijk met 195 meter verlengd. De koning kan zo vanaf Windsor Castle het startschot geven en de atleten zien finishen vanuit de Koninklijke loge in het White City Stadium. Sinds 1924 wordt 42,195 kilometer als officiële afstand herkend voor het onderdeel marathon. Het verloop voor de wedstrijd zelf zorgt destijds ook voor de nodige reuring. De Italiaan Dorando Pietri komt als eerste aan in het stadion, maar stort op weg naar de finish meerdere keren in. Uiteindelijk bereikt hij met hulp van enkele officials (en Sherlock Holmesauteur Sir Arthur Conan Doyle, rechts) uitgeput de streep. Pietri wordt vanwege deze hulp echter gediskwalificeerd, maar wint wel de sympathie van de toeschouwers èn koningin Alexandera. De Italiaan ontvangt uit haar handen geen medaille maar wel een kostbare gouden beker.

De wedstrijden worden in 1908 geteisterd door hevige regenval. Desondanks is deze vierde editie een groot succes, mede doordat het olympisch toernooi niet in de schaduw staat van de wereldtentoonstelling zoals in 1900 (Parijs) en in 1904 (St. Louis). Het is wel te hopen dat de weergoden Londen komende zomer beter gezind zijn. De Spelen nemen in 1908 maar liefst zes maanden in beslag. In de herfst wordt zelfs aan kunstschaatsen gedaan, als eerste wintersport op de Olympische agenda. Het duurt nog tot 1924 voordat de wintersporten een eigen versie van de Olympische Spelen krijgen.

In 1948 mag Londen voor de tweede keer de Olympische Spelen organiseren. Eigenlijk zou dat al in 1944 gebeuren, maar dat feest gaat om bekende redenen niet door. De sportfaciliteiten zijn relatief ongeschonden uit de oorlog gekomen en de stad kan redelijk snel (primitieve) accommodaties aanbieden. Het eten is nog wel op de bon en er wordt geen olympisch dorp gebouwd, maar de atleten worden ondergebracht in kazernes en scholen. Als verliezers van de oorlog mogen Duitsland en Japan niet meedoen in Londen en de Sovjet Unie ziet zelf af van deelname.



FBK

Toch is er in 1948 ook ruimte voor nieuwe ontwikkelingen. Hoewel er nog weinig toestellen zijn, kunnen de wedstrijden voor het eerst worden gevolgd op televisie. Bij de atletiekwedstrijden wordt voor het eerst gebruik gemaakt van startblokken en een startpistool dat gekoppeld is aan de tijdwaarneming. Het worden natuurlijk de Spelen van onze eigen Fanny Blankers-Koen. De vliegende huisvrouw wint vier keer goud: op de 100 meter, 200 meter, 80 meter horden en 4x 100 meter. Een record dat nog steeds staat en ervoor zorgt dat ze in 1999 door de IAAF wordt verkozen tot atlete van de eeuw. En dan te bedenken dat ze eigenlijk na haar eerste gouden medaille wilde stoppen..



Etienne Gailly

Bij de marathon herhaalt de geschiedenis zich bijna. Etienne Gailly is op weg naar de overwinning maar stort vlak voor de finish in, net als Pietri veertig jaar eerder. Met het verschil dat hij wel zelfstandig de streep bereikt en nog beslag legt op de bronzen medaille. Het is het debuut van de Belg op de marathon, hij heeft daarvoor nog niet verder dan 32 kilometer gelopen en al voor hetere vuren gestaan. In de Tweede Wereldoorlog vlucht Gailly naar Engeland, om in 1944 met een parachute weer op Belgische bodem te landen om in de Ardennen tegen de Duitsers te vechten. Na 1948 zou de Belg nooit meer in actie komen op het olympisch toneel. In de Koreaanse oorlog stapt hij op een mijn en verminkt zijn voet. Het noodlot blijft hem achtervolgen. In 1971 komt Gailly om het leven bij een auto-ongeluk.

Dit jaar maakt Londen net als bij de vorige edities veel gebruik van al bestaande sportlocaties en bijzondere plekken in het centrum. Bij de marathon liggen start en finish deze editie op The Mall, maar daarover later meer. Hopelijk herhaalt de geschiedenis zich dit keer niet wat inzinkingen vlak voor de finish betreft.