Tijd voor een nieuw olympisch dagboek, want de ticket naar Rio is geboekt! Niets staat een nieuw avontuur meer in de weg, al is het dit keer wat verder dan Londen. Maar ook een extra mooie reden om Rio eens te bezoeken.

Kaarten voor diverse wedstrijden zijn in de pocket: o.a. hockey, tennis, rugby, turnen, boogschieten en natuurlijk mag beachvolleybal op Copacabana niet ontbreken. Misschien is dat onderdeel wel een beetje te vergelijken met tennis op Wimbledon in Londen: heilige grond voor die sport.

Ook de tijdrit van Tom Dumoulin en de wegwedstrijd van de dames gaan we meemaken. Zij rijden immers gewoon over de openbare weg van Rio. Hopelijk zal de Braziliaanse stad onder toeziend oog van het standbeeld van Jezus Christus deze zomer oranje gaan kleuren, al was het alleen al bij zonsopkomst -en ondergang 🌅

HUP HOLLAND HUP

Je Annie

Persoonlijk fotoverslag van een mooie tourperiode in de Domstad.

De droom die ooit begon op het bierviltje van Jeroen Wielaert werd werkelijkheid: de Tour de France ging onder de Dom door. In de aanloop naar het Grand Départ kleurde Utrecht langzaam geel, werden straten versierd, muurschilderingen gemaakt, bomen ingepakt met bolletjesstof en verschenen overal kunstzinnig beschilderde Nijntjes en creatieve etalages.


Het werd een feest voor alle Utrechters, dat begon met de ploegenpresentatie op het Lepelenburg op donderdag. De kans om de renners een voor in het echt te zien lieten de mensen zich niet ontnemen, op een prachtige locatie met de Dom op de achtergrond. Ook voor de minder grote wielerliefhebber was er genoeg te doen: de stad zinderde. Van de hitte en van de opwinding vanwege een van de grootste sportevenementen ter wereld in eigen stad.


Het tourcircus streek neer bij de Jaarbeurs en het sportieve gedeelte startte op zaterdag met een proloog over 13,7 kilometer door Utrecht. Het kabaal en enthousiasme van de fans langs de kant was zo oorverdovend dat het de benen bij sommige renners blokkeerde en anderen juist weer vleugels gaf. 

De gedroomde Nederlandse gele truidrager kwam er net niet, maar met die sympathieke Australiër konden we, onder toeziend oog van onze koning en tevens geboren Utrechter, ook prima leven. Wat opviel was de gemoedelijke en sportieve sfeer onder het publiek, die bijna deed denken aan de Olympische Spelen. Hier en daar een spontaan praatje met wildvreemden, uit Australië, Eritrea maar ook uit Soest of de eigen wijk.

Utrecht liet zich van zijn beste kant zien, van het inzamelen van gescheiden afval tot de prachtige helikopterbeelden die de Franse regie de wereld instuurde. Van ‘le Dom Toren’ met zijn gele vlaggen, ‘le Chateau De Haar’ en het glinsterende water van een uitgestorven Oudegracht op zaterdagmiddag, stuk voor stuk historisch. 


Op televisie sprak Filemon over het minderwaardigheidscomplex waar Utrecht nu mee afrekende, maar ik zou het eerder ongekende trots willen noemen. We kunnen niet opboksen tegen de grootte van Amsterdam of Rotterdam en dat hoeft ook helemaal niet. Utrecht is ‘het mooist van allemaol’ op zijn geheel eigen authentieke wijze. Onze grachten werden niet voor niets verkozen tot mooiste van Europa, vanwege de unieke werven maar ook omdat ze nog niet zijn verpest door massatoerisme.


A demain!
En het tourfeest was nog niet afgelopen, het echte hoogtepunt moest eigenlijk nog komen bij de start van de tweede etappe. De renners maakten voor de koers echt begon een ereronde door de historische binnenstad, met als climax het onderdoor fietsen van de Domtoren. Waar tourbaas Christian Prudhomme spontaan een saluut bracht aan het publiek dat even spontaan ‘Als ik boven op de Dom sta’ inzette. Kippevel. Met enige weemoed keken we hoe het peloton de stad verliet via de singels en de Maliebaan, met het oudste fietspad van Nederland, en zwaaiden we de renners uit. Au revoir, et merci!


Wat blijft zijn de mooie herinneringen, prachtig verbeeld in onderstaand filmpje, de muurschilderingen, en fijn opnieuw bestrate wegen. Sorry critici, ik kan niets negatiefs bedenken! Het was bijna te mooi om waar te zijn, dus blijft het eigenlijk toch een droom.

Slopestyle is hét spectaculaire nieuwe onderdeel op de Olympische Spelen van Sochi. Zowel bij het snowboarden als het freestyleskiën is het doel een parcours met verschillende schansen en obstakels af te leggen met zo hoog mogelijke en adembenemende sprongen. Het is zeker niet de eerste aantrekkelijke kijksport op de Winterspelen, ook in het verleden kwamen (en gingen) nieuwe onderdelen op het wedstrijdprogramma. Soms eenmalig of als demonstratiesport, maar velen werden vaste prik op de Olympische Spelen. Altijd onder het motto Citius, Altius, Fortius.

De eerste Winterspelen werden pas in 1924 gehouden, 28 jaar na de invoering van de moderne Olympische Spelen. Wel werd er tijdens de Spelen van Londen in 1948 gekunstschaatst en in 1920 in Antwerpen ook ijshockey gespeeld. In Chamonix kregen de wintersporten hun eerste eigen toernooi (eerst nog wintersportweek genoemd) en stonden er zestien onderdelen op het programma, in de sporten bobsleeën, curling, militaire patrouille, schaatsen, skiën (langlaufen en skispringen) en ijshockey. Sindsdien wisselt het wedstrijdprogramma regelmatig van samenstelling.

Skeleton
Vier jaar later introduceerden de Zwitsers skeleton op de Spelen van Sankt Moritz. Deze sleesport is in die plaats ontstaan en wordt daar beoefend op de beroemde Cresta Run. De sport lijkt op rodelen, alleen ligt de atleet plat op de buik op de slee en gaat head first naar beneden, met hoge snelheid. In 1948 toen de Winterspelen opnieuw in Sankt Moritz werden gehouden, keerde ook skeleton weer voor een keer terug.

Sinds de Spelen van Salt Lake City in 2002 is skeleton een vast onderdeel. Jim Shea die het goud won in 2002 was de eerste derde generatie Olympiër: ook zijn opa (tweevoudig schaatskampioen in 1932) en vader (noordse combinatie in 1964) waren actief op de Winterspelen.

In dit filmpje ervaart Ed Lee (een sportjournalist van de BBC) de kick van skeleton:
Alpine skiën

Christl Cranz

Christl Cranz

Hoewel velen wintersport meteen met skiën zullen associëren, is alpine skiën pas sinds 1936 een olympische sport. In Garmisch-Partenkirchen werden in eerste instantie alleen medailles uitgereikt voor een combinatieklassement (afdaling en slalom), onder barre omstandigheden. De Canadese Diana Gordon-Lennox baarde opzien door met een gebroken arm in het gips en één stok in de andere hand naar de 29e plaats te skiën.

Het goud ging naar de Duitsers Christl Cranz en Franz Pfnür. Punt van discussie was de uitsluiting van deelname van ski-instructeurs die als professionals werden gezien. Dit leidde tot een boycot van Zwitserse en Oostenrijkse skiërs. Deze eeuwige olympische discussie zou nog regelmatig terugkeren, zoals bij de diskwalificatie van Karl Schranz in 1972. De grote Oostenrijkse skikampioen had geld verdiend met het maken van reclame.

Biatlon

Biatleet Klas Lestander

Biatleet Klas Lestander

Een sport met minder snelheid maar juist een spannende combinatie van beheersing (schieten) en zware lichamelijke inspanning (langlaufen) deed zijn intrede definitief in Squaw Valley. Eerder werd wel onder vergelijkbare omstandigheden gestreden op het onderdeel militaire patrouille, maar pas sinds 1960 is biatlon een vast onderdeel van de Winterspelen. De Zweed Klas Lestander werd de eerste kampioen, hij was geen briljant langlaufer maar met een maximale score van twintig rake schoten toch ongenaakbaar voor zijn concurrenten.

Rodelen
Rodelen is waarschijnlijk bekender dan skeleton, maar de sleevariant waarbij op de rug wordt afgedaald is pas sinds de Spelen van 1964 in Innsbruck olympisch. Dat de sport niet zonder gevaren is, blijkt uit de dood van de Brit Kazimierz Kay-Skrzypeski. De in Polen geboren piloot van de Royal Airforce verongelukte tijdens een trainingsrun in Innsbruck. Hetzelfde noodlot zou 46 jaar later de Georgiër Nodar Kumaritashvili treffen. Een dag voor de Spelen in Vancouver klapte hij tijdens een training tegen een paal en overleed aan zijn verwondingen. Mede door dit ongeluk ontstonden vraagtekens rond de veiligheid van de baan in Whistler. De Nederlander Edwin van Calker besloot uiteindelijk niet af te dalen in de viermansbob.

Gelukkig kent het rodelen ook genoeg succesverhalen, zoals dat van Georg Hackl. De Duitser won tussen 1992 en 2002 op vijf achtereenvolgende Olympische Spelen een medaille op dit onderdeel, waarvan de eerste drie keer een gouden.

Klik hier voor de eerste gouden medaille van Georg Hackl, ondanks zijn zilveren pak (het IOC houdt niet van insluiten, sorry!)

Shorttrack
Nadat shortrack in 1988 op de Spelen van Calgary een demonstratiesport was, maakte het in 1992 zijn definitieve olympische debuut. De schaatssport waarbij de rijders in tegenstelling tot bij het langebaanschaatsen tegelijk starten is spannend om te zien, omdat er op hoge snelheid wordt gestreden en de rijders vaak spectaculaire inhaalmanoeuvres uithalen die ook nogal eens tot valpartijen leiden. De baan is relatief klein en overzichtelijk waardoor de sport ook op televisie goed te volgen is.

Naast de individuele nummers wordt ook de aflossing verreden (met Nederlandse medaillekansen!), waarbij de teamgenoten elkaar een extra zetje geven. Dat alles mogelijk is bij shorttrack, bewijst de gouden medaille van Steven Bradbury op de Spelen van Salt Lake City in 2002. De Australiër is flink op achterstand gereden en lijkt voor het begin van de laatste ronde kansloos, tot alle concurrenten onderuit gaan en hij ook tot zijn eigen verbazing als winnaar over de streep komt.

Speedskiën
Op de Spelen van Albertville werd eenmalig geëxperimenteerd met het onderdeel speedskiën. Bij deze sport is het doel een zo hoog mogelijke snelheid te behalen, door de piste recht naar beneden af te dalen. Hierbij worden snelheden bereikt van ruim boven de 200 kilometer per uur. Speedskiën is al jaren door internationale skibond FIS erkend en er worden wereldkampioenschappen in gehouden, maar werd nooit echt olympisch.

Het zou goed kunnen dat de dood van Nicholas Bochatay hier iets mee te maken heeft. De Zwitser raakte tijdens een training van de Spelen van Albertville buiten de baan en kwam om het leven.

Curling

De Noorse curlers

De Noorse curlers

Curling wordt door velen gezien als het lachertje van de Olympische Winterspelen en is in die zin een vreemde eend in dit rijtje. Toch is curling een olympische wintersport van het eerste uur, want het stond op het programma van Chamonix in 1924 en keerde in 1932 kortstondig terug als demonstratiesport.

Voor wie de regels kent is de sport wel degelijk een spannend kijkspel, maar meer een schaakspel op ijs dan dat het spectaculair en snel is. De van oorsprong Schotse sport kent een enorme populariteit in met name Scandinavië en Canada en is sinds Nagano in 1998 terug op de olympische kalender, nadat de Alpenvariant ijsstokschieten in 1936 en 1964 twee keer een demonstratiesport was.

Freestyleskiën
Sinds de jaren ’90 kent het olympische winterprogramma een enorme uitbreiding door de opkomst van freestyle skiën en snowboarden. Albertville had in 1992 de primeur met het mogulskiën, waarbij een buckelpiste wordt afgedaald en onderweg twee spongen moeten worden gemaakt. Twee jaar later in Lillehammer werd het freestyleprogramma uitgebreid met aerials: spongen vanaf een schans waarbij elementen als salto’s en schroeven worden uitgevoerd in de lucht. In de volgende twee video’s is het verschil tussen deze disciplines duidelijk te zien.

Mogulskiër Alexandre Bilodeau, eerste Canadese olympisch kampioen in eigen land.

Aerials: de finale van 2010 op Cypress Mountain in Vancouver.

Snowboarden
Op de Spelen van Nagano in 1998 deed het snowboarden zijn intrede met twee onderdelen: halfpipe en reuzenslalom. Vier jaar later werd de reuzenslalom veranderd in de parallel reuzenslalom, waarbij twee boarders tegelijk starten op twee naast elkaar gelegen slaloms om het spannender te maken. In 2010 werd onze eigen Nicolien Sauerbreij olympisch kampioen op dit onderdeel.

Cross
De crossers strijden niet zoals bij de alpineskinummers tegen de klok, maar tegen elkaar, simpel gezegd: wie het eerste beneden is, wint. Onderweg moet ook nog even worden afgerekend met een lastig parcours vol hoogteverschillen en sprongen. Tijdens de Spelen van Turijn in 2006 werd dit onderdeel dat al veel succes had op de X-Games (een evenement voor extreme sporten) voor het eerst ook op olympisch niveau afgewerkt door de snowboarders en dit zorgde gelijk voor het gehoopte spektakel.

Vooral de finale bij de vrouwen kende een sensationeel verloop. De Amerikaanse Lindsay Jacobellis leek na een reeks valpartijen bij de concurrentie makkelijk op de overwinning af te koersen maar wilde nog één sprong maken, waarbij ze ten val kwam en werd ingehaald. Komt hoogmoed voor de val of zegt het iets over de sport waarin spektakel voorop staat?

Sinds 2010 is naast snowboardcross ook skicross een zo mogelijk nog bloedstollender olympisch onderdeel:

Slopestyle
Maar het kan nog extremer, moeten ze bij het IOC gedacht hebben! In Sochi wordt het freestylepakket nog verder uitgebreid met het misschien nog wel spectaculairdere slopestyle voor zowel snowboarden als freestyle skiën. De boarder of skiër daalt een parcours af met schansen en obstakels, waarbij zo hoog en moeilijk mogelijke sprongen en trucs worden uitgevoerd. Spektakel verzekerd dus. Voor Nederland verschijnt Cheryl Maas aan de start, in 2006 deed ze al eens mee aan het onderdeel halfpipe. Gaat het zien!

Slopestyle op de X-Games:

Het is precies een jaar geleden dat Londen even het hart van de sportwereld was. De Olympische Spelen werden een feest en het was altijd al mijn droom dit een keer mee te maken. Die droom kwam uit, maar wat lijkt het alweer lang geleden. Mooie herinneringen blijven, en bij gebrek aan een echte sportzomer tijd voor een terugblik aan een bijzondere trip!

Day 1

Tower Bridge

Op de dag van de opening landen we in olympisch Londen, ik was er al vaker maar het is duidelijk anders dit keer. Overal is het olympische logo zichtbaar, een olympische baan op straat en op het vliegveld worden we al ontvangen door een hele vriendelijke Britse ambassadrice die ons overlaad met tips en foldertjes. De toon voor de komende dagen is gezet.

Overal op straat en in de metro tref je mensen in hun landskleuren: supporters, sporters of begeleiders, de laatste herkenbaar aan de accreditaties om hun nek. De Britten hebben het metroverkeer maximaal opgevoerd en hoewel het soms stampvol is, gaat het reizen bijna altijd goed. We beginnen met een bezoek aan de Tower Bridge, voor de gelegenheid versierd met de olympische ringen. Het is ontzettend druk, later blijkt omdat de olympische vlam zou passeren, maar dat hadden we even gemist. We doen licht tegen beter weten in nog een poging bij de openingsceremonie te komen, maar verder dan de buitenste ring van het Olympic Parc komen we niet. De sfeer die er heerst is bijzonder en vol verwachting, met iedere tien meter een vrijwilliger die de meute de goede kant opstuurt en je een ‘great day’ wenst. We bekijken de opening in het Holland Heineken House, ook leuk maar natuurlijk waren we er graag bij geweest. De terugreis naar het hotel is hectisch, ook hier heeft de NS (sponsor van het HHH) bussen ingezet maar het is stressen en duwen om de laatste metro te halen.

Day 2

Horse Guards Parade

De eerste dag van de Olympische Spelen begint vroeg. Samen met nog vele andere supporters gaan we op weg naar The Mall, waar zowel het beachvolleybal als wielrennen is. Het wielrennen is grotendeels gratis te zien en met Cavendish als thuisfavoriet trekt het veel publiek. De stromen komen door elkaar en de Britse vrijwilligers die niet hadden verwacht dat de vele buitenlanders hun cue-technieken niet snappen, raken lichtelijk in paniek. Toch bereiken we redelijk vlot de ingang van Horse Guards Parade waar de securitycheck wacht, de eerste van velen. Wel terecht natuurlijk, maar de zwaarbewapende Britse militairen zijn erg vriendelijk waardoor de sfeer toch gemoedelijk blijft. Grappig is dat bij de eettentjes nergens reclame is, maar bijvoorbeeld slechts ‘fish’ op de borden staat. In de toiletten zijn de merknamen van de handdrogers zelfs afgeplakt. Voor de officiële partners van het IOC is uiteraard wel alle ruimte.

Dancers

Het beachvolleybaltoernooi wordt afgewerkt in een speciaal opgebouwd stadion op de paradeplaats van de Horse Guards Parade. Een unieke locatie middenin Londen met fantastisch uitzicht op het parlement, de Big Ben en London Eye. De zon schijnt en de sport is erg attractief om naar de kijken, de spelers vechten voor iedere bal en de speaker en opzwepende muziek doen de rest. Tijdens de time outs verzorgen Ken en Barbie-achtige dansers in strandkleding een behoorlijk lachwekkende performance. De sfeer zit er lekker in, waarschijnlijk mede door het bier dat vooral de Britten ondanks de vroege zaterdagmorgen moeiteloos wegwerken. Dat bier wordt overigens verkocht in plastic flesjes, wat mij nogal verbaast. In voetbalstadions zal je dat nooit tegenkomen. Later, tijdens de 100-meter finale zou er met zo’n flesje worden gegooid, dus over vier jaar in Rio zullen we ze ook wel niet meer terugzien.

Judo

De tweede venue van de dag die we bezoeken is ExCel, een enorm Jaarbeursachtig complex waar ook tafeltennis en verschillende vechtsporten worden gedaan. Wij komen voor het judo, waarbij de Nederlandse deelnemers van die dag Birgit Ente en Jeroen Mooren er helaas al uitliggen. Ente neemt later nog plaats op de behoorlijk oranje gekleurde tribune, in tranen. Haar olympische droom ligt in duigen. Ondanks dat ‘we’ niet meer meedoen, genieten we toch van mooie en spannende sport. Uiteindelijk winnen een Rus en een Braziliaanse judoka en is het toch ook bijzonder een medailleceremonie mee te maken. Na afloop blijkt de grootte van de Olympische Spelen, ExCel stroomt leeg en het dichtbij zijnde metrostation wordt afgesloten vanwege de drukte. We worden omgeleid en na een wandeling komen we bij een andere waar het minder druk is. In het hotel kijken we op tv naar de zwemfinale waarbij de Nederlandse dames net naast het goud grijpen. Enigszins teleurgesteld gaan we toch nog even naar het Holland House. Helaas lopen er vrij veel bobo’s rond die avond, de mythe van het HHH krijgen we daardoor niet helemaal mee. Het sponsorgehalte is erg hoog en wat er verkocht wordt is duur. Bij een huldiging zal het er ongetwijfeld geweldig zijn, maar ons viel het wat tegen.

Day 3

Olympic Parc

Pringle

Het olympisch hockeytoernooi start vandaag al vroeg met de dames en wij gaan naar Nederland – België. We vertrekken om half 8 uit het hotel, want na aankomst bij het Olympic Parc is het nog een behoorlijke wandeling naar de Riverbank Arena, het hockeystadion. Het is nog betrekkelijk rustig dus ook een mooie gelegenheid om even rond te kijken. We passeren het olympisch stadion, het zwemstadion, de wielerbaan, de orbit en de enorme olympische shop. Eenmaal in het hockeystadion pikken we nog net de tweede helft van Nieuw-Zeeland tegen Australië mee. Nieuw dit olympisch toernooi is dat er op een blauw veld met een gele bal gespeeld wordt, het is opvallend hoeveel beter het spel zo te volgen is. Er zitten veel Nederlanders op de tribune, waaronder Willem-Alexander en Maxima en enthousiast aanmoedigende prinsesjes en ook Filip en Mathilde van België zijn er met hun kinderen. Naast mij zit een Nederlandse vrouw die helaas meer oog heeft voor haar iPhone en het bellen van haar connecties dan voor de sport op het veld, maar gelukkig is de rest om mij heen wel enthousiast. Nederland wint vrij eenvoudig en in de tweede helft slaat het weer om en worden we verrast door een echte Britse shower, de poncho’s hebben we dus niet voor niets mee. Op de terugweg is het een stuk drukker op het olympic parc, het lijkt wel een mierenhoop. De shop slaan we over, want er staat een gigantische rij.

Hockey

Royals

We gaan op weg naar Knightsbridge om de wegwedstrijd van het wielrennen bij de vrouwen te gaan bekijken. We vinden een lunchtentje pal aan het parcours en tegenover Harrods en hebben ruim de tijd om even lekker te lunchen. Via de internetradio volgen we de koers en het blijkt dat Marianne Vos samen met twee anderen op kop rijdt. Als we buiten langs de dranghekken staan in afwachting van de rensters breekt de Londense hemel opnieuw open: een enorme hoosbui dus wederom de poncho’s aan. Er is tijd om precies één foto te maken en Marianne haar naam na te schreeuwen. De rensters die voorbij flitsen in het noodweer geven een heroïsch beeld. Op de radio horen we dat Vos wint in de sprint en we staan in de stromende regen te juichen op een Londense stoep met de oortjes in. We worden gefeliciteerd alsof we zelf hebben gewonnen door willekeurige Britten die ook stonden te kijken en later nog in de metro door een vrijwilliger die we eerder de weg hadden gevraagd: ‘Your lady won!’. Sport verbroedert en we drinken er samen met nog wat andere Nederlanders een pint op in een pub. Op de terugweg naar het hotel gaan we langs de olympische shop op St. Pancras station en kopen voor een vermogen aan olympische souvenirs onder het motto ‘nu we er toch zijn’. We eten in een restaurant met sport op een groot scherm en daarna nog naar het HHH, helaas zonder huldiging van Marianne Vos want ze moet later die week nog de tijdrit rijden. We zien wel haar ouders bij de uitgang. Het was een fantastische dag: met olympisch hockey, het koningshuis en een gouden medaille. Wat wil je nog meer?

De Vos is los

Day 4
Een bezoek aan Wimbledon zorgt voor een passende afsluiting van vier fantastische dagen Olympische Spelen. Het complex ligt aan de rand van een typisch Engelse woonwijk waar je eerst doorheen wandelt vanaf de metro. Maar dan ineens zit je met je neus bovenop het heilige gras. Het complex is prachtig aangelegd met klimop en overal bloembakken en ook de olympische aankleding is geheel in stijl paars en groen. We hebben kaarten voor het centre court en ondanks dat we vrij hoog onder het dak zitten, heb je toch het gevoel bovenop de baan te zitten. De spelers dragen geen wit zoals gebruikelijk is op Wimbledon maar de kleuren van hun land en dat is een apart gezicht. We hebben het enorm getroffen met het speelschema, want we krijgen eerst een wedstrijd te zien van Azarenka en daarna zelfs van Federer! Azarenka blijkt nog harder te schreeuwen dan op tv en de Zwitser maakt korte metten met Beneteau. We genieten van zijn spel en vooral van zijn backhand waarmee hij de Fransman soms alle hoeken van de baan laat zien. Hoewel het in het begin nog rustig is, zitten de tribunes tijdens de wedstrijd van Federer lekker vol en moet hij zelfs wachten met serveren vanwege de wave die rondgaat.

Federer

Voor we het weten is de wedstrijd afgelopen en moeten we ons haasten naar het vliegveld. The games will go on, maar dan op televisie, de mooie successen van Epke, Dorian, Ranomi, de hockeyteams en vele anderen zouden nog volgen. De dagen in Londen gingen ontzettend snel voorbij, vanwege ons drukke schema en de vele indrukken en mooie momenten. Wat echt opviel was de gemoedelijke sfeer die heerstte in Londen, waar de Britten normaal vaak ook al zo vriendelijk en beleefd zijn en rustig in de rij staan. Met de vele nationaliteiten die er rondlopen, met of zonder sportkleding voel je je echt een wereldburger op de Olympische Spelen. Mensen zijn over het algemeen erg vriendelijk en maken makkelijker contact met elkaar. Er is concurrentiestrijd op een leuke sportieve manier. De liefde voor de sport heb je gemeen. Helaas geldt dit niet voor alle sponsors en bobo’s, maar sport en commercie kunnen nou eenmaal niet zonder elkaar.

De olympische droom die ik al van kinds af aan had om ooit de Olympische Spelen mee te maken, is meer dan uitgekomen. Ik vrees dat ik voorgoed besmet ben en hoop er over drie jaar in Rio weer bij te zijn. Want zoals inmiddels koning Willem-Alexander het verwoordde in Londen Late Night: ‘De Olympische Spelen zijn mooier dan 26 WK’s bij elkaar.’ Amen.